Een postinterventiedossier, afgekort als PID, fungeert als het technische paspoort van jouw eigendom en omvat een uitgebreide verzameling documenten en informatie die de koper van je woning in staat stelt om het pand bouwkundig te analyseren. Het kan worden beschouwd als de identiteitskaart van de woning en bevat doorgaans de volgende elementen:

Deze gedetailleerde informatie verkleint aanzienlijk het risico op schadegevallen in geval van verbouwingswerken na de aankoop.


Wanneer is een postinterventiedossier verplicht?

Voor elk pand waarvan de bouw is gestart na 1 mei 2001, is het verplicht om een postinterventiedossier op te stellen. Deze verplichting geldt niet alleen voor nieuwbouwwoningen maar ook voor verbouwingswerken aan bestaande woningen of gebouwen, mits deze verbouwingen zijn uitgevoerd sinds 1 mei 2001.

Wie stelt het postinterventiedossier op?

Het postinterventiedossier kan niet willekeurig door iedereen worden samengesteld. Bij bouw- of verbouwingswerken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is, moet de veiligheidscoördinator of de architect het postinterventiedossier opstellen. Bij kleinere verbouwingswerken waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning vereist is, kan de eigenaar van de woning het PID zelf samenstellen.

Wat gebeurt er als ik als verkoper geen postinterventiedossier kan voorleggen?

Bij de verkoop van een pand moet de verkoper een PID kunnen voorleggen. Het PID moet uiterlijk bij het verlijden van de authentieke verkoopakte aan de koper worden overhandigd. De afwezigheid van een postinterventiedossier heeft echter geen invloed op de geldigheid van de verkoop. Partijen kunnen overeenkomen dat er geen PID overhandigd hoeft te worden. Indien hierover geen overeenstemming wordt bereikt en de eigenaar nog niet beschikt over een postinterventiedossier, kan de koper dit afdwingen. In dat geval moet het postinterventiedossier op kosten van de verkoper alsnog worden opgemaakt door een veiligheidscoördinator of architect, zodat de verkoop kan doorgaan.